Ze kijkt nog een keer om en realiseert zich dat ze toch al wel heel lang op dezelfde plek staan; haar oude, trouwe wandelschoenen. Al jaren haar beste maatje. Zeg maar gerust haar steun en toeverlaat.
Ze herinnert zich het nog als de dag van gisteren. Het was een jaar of tien geleden. Haar schoonvader, sportief tot op het bot, had haar overgehaald om te gaan lopen. Niet zomaar lopen, maar hardlopen.
Ze had altijd gedacht dat dát niets voor haar was. Alle registers had ze opengetrokken; om niet mee te gaan. Slechte heupen, slechte rug en of hij niet wist dat haar knieën het ‘niet meer deden’. Hij had haar uitgelachen, het was bijna pijnlijk.
En toch was ze begonnen. Hij in zijn stad, zij in haar dorp. Drie keer in de week liepen ze samen. Niet fysiek, maar ze hadden wel de voor hen meest unieke vorm gevonden. Heel bijzonder.
Ze slaakt een diepe zucht. Schrikt er zelf van. Tegelijkertijd vraagt ze zich af hoelang het geleden is dat ze gelopen heeft, het snot voor de ogen gezien heeft, haar persoonlijke record verbroken heeft. Het gelukzalige gevoel je eerste halve marathon uitgelopen te hebben. Ze is het nog niet vergeten en glimlacht bij die gedachte.
Hij was er altijd. Haar schoonvader. Al was het niet naast haar, want hij liep daar en zij hier. Toch was hij er en maakte dat ze alles uit zichzelf haalde.
Ze mist hem en dat gevoel, en voelt een traan over haar wangen rollen.
Tien jaar geleden alweer; hij daar en zij hier. Eerst alle twee met hun mobieltje en later via de ingesproken tekst op haar MP3-spelertje. Een bijzondere vorm, maar het werkte.
‘Heb je je schoenen aan lieve schat? Heb je gerekt en gestrekt, dan gaan we over tien minuten van start. En luisteren naar me hè; eerst tien minuten lopen, dan één minuut versnellen, dan weer tien minuten lopen, en twee minuten versnellen en zo gaan we door tot we een uur hebben gelopen. En geloof mij, over een tijdje loop jij je eerste halve marathon’.
Ze kan zijn stem nog zo goed voor de geest halen. ‘Hou vol, doorlopen, niet opgeven…’. God, wat mist ze die stem. Niet alleen haar oude stappers, maar ook haar MP3-speler heeft al die tijd geen dienst gedaan. Ze kon het gewoonweg niet.
Hij had gelijk gehad. De halve marathon; ze kan haar eerste nog zo goed herinneren. Hij had haar daar gebracht waar ze moest zijn, op haar oude vertrouwde wandelschoenen.
Voorzichtig pakt ze ze op. Zal ze? Durft ze?
Ze loopt naar de huiskamer en kijkt naar de foto van hem. Het lijkt wel of hij haar lachend aankijkt en zegt: ‘toe maar, trek ze maar aan. Waar wacht je nou nog op? Het is lang genoeg geleden. Het is tijd’.
Als ze op de bank gaat zitten en de schoenen voor zich neerzet, voelt ze haar tranen branden. Ze weet dat ze moet, dat ze het nodig heeft. Maar ze weet ook dat niet durft.
Maanden geleden heeft ze voor het laatst gelopen; zij hier en hij daar. Een rondje in de tuin van het verpleegtehuis waar hij toen al verbleef. Zij weer een halve, hij nog geen 100 meter, maar ze deden het samen, op hun manier, en wat was hij trots. Ze heeft er warme herinneringen aan.
Twee dagen later overleed hij. Een dag die ze niet snel zal vergeten. Op zijn begrafenis heeft ze ook nog kort gesproken. Over hoe haar inspireerde en aanspoorde. Hoe ze zonder hem waarschijnlijk nooit zou zijn gaan lopen. Hoe hij de (schoon)vader was die ze daarvoor nooit gehad had, altijd had gemist. En nu moest ze die weer missen.
Inmiddels zijn haar wangen nat van de tranen die haar oude wandelschoenen donker kleuren. Ze laat ze stromen, doet niets om ze te stoppen. Het voelt goed. Net zo goed als die allereerste halve marathon, dus waarom stoppen.
Het is tijd, weet ze. Tijd om weer te gaan lopen, maar ook tijd om haar vertrouwde wandelschoenen rust te gunnen, net zoals haar schoonvader nu zijn rust heeft gevonden. Die twee horen bij elkaar zoals de zon de regen nodig heeft om een regenboog te laten verschijnen.
Tijd dus voor een nieuw begin.
Vier weken later loopt ze met haar grote liefde in de stad. Ze zijn op zoek naar nieuwe sportschoenen. Een paar voor haar en een paar voor hem. Ze is er klaar voor en zal, net als haar schoonvader voor haar heeft gedaan, haar eigen man, zijn zoon, inspireren om te gaan lopen.
Lopen én luisteren, zoals hij haar ooit heeft leren luisteren én lopen, op haar oude wandelschoenen, die intussen een mooi plaatsje hebben gekregen in hun eigen tuinhuis; de plek waar ze alle dierbare herinneringen bewaren en waar nieuwe herinneringen gemaakt worden.
Oude en nieuwe wandelschoenen; inmiddels symbool geworden van het beste uit jezelf halen, doorzetten, de meest eerlijke vorm van liefde voor het leven. En ze weet het zeker; de komende tien jaar zullen ook zij lopen zoals ze nog nooit gelopen hebben, zeker met haar oude MP3-spelertje, die weer heel stevig in binnenzak haar loopjack zit.
6 opmerkingen:
Dat is een mooi verhaal meis.
Lekker nagenieten van het hele kerstgebeuren.
Fijne dag.
Vandaag weer gewoon 'gewoon' Marjolijn :-)
mooi verhaal ik loop nu reeds een een 16 tal jaar zou het niet meer kunnen missen
prachtig geschreven en met zo'n werkelijk houden van...ik hoop dat je begrijpt wat ik bedoel
zal die grote liefde van jou het ook te pakken krijgen?
Prachtig verwoord hoe sterk de band met je schoonvader was en mooi dat je het nu weer oppakt!
Dat kan ik me voorstellen na 16 jaar Merel!
Dank je wel Yvette en Wanda, maar het is één van mijn 'huiswerk-verhalen'. Mijn schoonvader is er gelukkig nog (en is zeker geen hardloper :-)).
Een reactie posten