zondag 24 november 2019

In de stilte...

Eeuwigheidszondag. 
Heel eerlijk? Ik had er tot de dag van vandaag nog nooit van gehoord. Niet dat dát maatgevend is, want ik mag dan misschien opgevoed zijn vanuit een Nederlands hervormd-principe, een echte kerkganger ben ik nooit geweest. Ik heb dan ook geloof ik niet zo heel veel met de kerkse rituelen. En als deze zondag dan ook iets meer dan een halve eeuw geleden al bestond, heb ik het in ieder geval niet bewust meegekregen. 

Misschien toch een beetje jammer, bedacht ik me vanochtend, nadat ik me met mijn eerste kop koffie op de bank nestelde en in alle stilte keek naar het programma 'De Verwondering' met Annemieke Schrijver. Het programma waarin "zij haar gasten meeneemt de stilte van de zondag in, om met hen, weg van de waan van de dag, toevlucht te zoeken bij inspirerende woorden en met hen te praten over hun inspiratie en alledaagse spiritualiteit". Gast deze keer is Hans Stolp, pastor en specialist op het gebied van het esoterisch christendom.

Hij praat onder andere over hoe wij kunnen omgaan met sterven en dood; verloor zelf december vorig jaar zijn geliefde Harm.
Iets maakt dat ik geïntrigeerd blijf luisteren (het lijkt wel een thema de afgelopen weken...) en hier en daar flarden opschrijf in mijn kleine notebook dat naast me op de bank ligt. Zo maakt hij de mooie vergelijking dat je sterven kunt vergelijken met het varen van een schip voorbij de horizon; vanaf het strand zie je hem meer, maar hij is er nog wel. Hij spreekt over verbinding, energie, transformatie en stilte. Wat me raakt is wat hij vertelt over verbinding maken met de geestelijke wereld. Want, net zoals wij nog steeds van onze gestorvenen houden, houden zij ook nog steeds van ons én willen ook zij contact, de liefde verdwijnt namelijk niet! En zo beschrijft hij heel mooi wat je kunt doen om die verbinding te maken, en dat dat helemaal niet zo moeilijk is als we soms denken. 

'Voor je gaat slapen, oefen in dankbaarheid. Kijk voorbij je eigen pijn naar de geschenken die hebt gekregen van je gestorven dierbaren.' Aan het eind van iedere dag draagt hij zelf ook zijn dankbaarheid op aan zijn gestorven geliefde en put daar troost uit. 'En dan kan het ook zomaar gebeuren dat je geliefde op wonderlijke wijze dichterbij komt... let daarna maar eens op je dromen.' zie ik hem met stralende ogen zeggen. Ik glimlach en zie dat ook Annemieke direct snapt wat hij bedoelt...

'Alles wat er moet zijn, ligt in de stilte besloten.' En misschien heeft hij wel gelijk, bedenk ik me na deze prachtige uitzending. In de stilte van deze zondag, eeuwigheidszondag, waarop wij - om met de mooie afsluitende woorden van Annemieke te spreken - 'mogen zorgen voor onze gestorvenen'... al kan dat wat mij betreft ook in de stilte van iedere dag!


zondag 17 november 2019

De eerste keer...

Het was druk toen we het zaaltje binnen liepen. Mensen worden welkom geheten, handen worden geschud, zo ook die van ons. Er wordt verrast gereageerd als we vertellen dat we uit Leusden komen. 'Wat leuk zeg! Als jullie koffie of iets anders te drinken willen... om het hoekje... pak gerust.' Even later staren Anne en ik, koffie en een koekje in de hand, de ruimte in, op zoek naar een plekje en bekenden. Ik zie ze niet. 

De voorste paar rijen zijn gevuld met ouderen; het grijs is goed vertegenwoordigd.
'Zullen we hier gaan zitten?', vraagt Anne. Ze wijst naar een tafel en wat stoelen op de achterste rij. Ik knik, altijd fijn, die laatste rij met niemand achter je. Dat gevoel duurt maar kort. In een mum van tijd staan er achter ons ook weer nieuwe rijen stoelen met wat tafels, waar verrassend genoeg geen grijs meer te vinden is. Later blijken dit professionals en vrijwilligers te zijn, net als wij; voor ons is het de eerste keer bij een avond van het Alzheimercafé. 

Het thema is 'Verdriet is een werkwoord'. Gastspreker is Margriet van der Kooi, geestelijk verzorger en predikante. Anne, nog niet zo lang vrijwilliger bij Lariks, en ik, vanuit mijn rol als vrijwillig coördinator, hadden kort geleden besloten hier samen naar te toe te gaan. Niemand heeft immers gestudeerd voor verdriet of rouwen om het verlies van een geliefde, je baan, je gezondheid. En toch krijgen we er allemaal mee te maken, ook als vrijwilliger van het maatjesproject voor mensen met geheugenproblemen. 

'Soms hoor je mensen zeggen dat rouwen een weg is die je moet afleggen. Al lijkt het vaak meer op een doolhof of een wenteltrap waarop je steeds in hetzelfde kringetje ronddraait, steeds weer langs dezelfde pijnlijke plek komt. Belangrijk is dan dat je goede 'reisgenoten' hebt, die in plaats van te oordelen dat het nu wel weer eens tijd is om verder te gaan met je leven, vragen: 'Vertel eens...'. Die voor je bidden, of je nu wel of niet geloofd. Verdriet is een onbekend land en het verhaal mag verteld worden.' Gebiologeerd luisteren we naar wat Margriet vertelt. Af en toe moeten we ook glimlachen omdat de avond lang niet zo interactief verloopt als ze bedacht of misschien wel gehoopt had. Woorden als 'smartelijk' en 'goedheid' vullen de ruimte. Tja, ze houdt zich nu eenmaal vast aan de Grote Verhalen uit de christelijke traditie die al eeuwenlang richting wijzen, al geven ze zeker geen genoeg antwoord op alle vragen die er zijn over verdriet.

Na de pauze -met een drankje en een kaasstengel- gaat ze verder met een mooi verhaal over engelen en geloof, hoop en liefde van Charles Péguy; een prachtige metafoor. 'Het beeld van de Hoop die als klein meisje tussen haar twee grote zussen Liefde
en Geloof loopt met hun ruisende rokken. Het lijkt wel alsof zij zich laat voorttrekken. Maar als je goed kijkt, zie je dat het andersom is; zij is het die de grote zussen vooruit helpt. Zij, het kleine meisje Hoop. Ze ritselt in het uniform van een jonge verpleegkundige die op een wintermorgen een klein boeketje blauwe krokusjes meebracht voor een patiënte voor wie ze zorgde. Misschien zag je wel dat ze geweest was in de ogen van je moeder in haar laatste levensdagen of rook je haar toen je de keuken van je vriendin binnenkwam en zag dat ze na maanden apathie na het verlies van haar vader, weer pannenkoeken bakte met haar gezin, de vrolijke gezichten van de kinderen.' De zaal is muisstil...

En ineens klinkt door de ruimte een stem van een oude dame op de eerste rij. 'Ik heb haar gezien Margriet, die engel, het kleine meisje Hoop.' Ze begint te vertellen over haar man die al jaren dement is en in een verpleegtehuis ver uit de buurt woont. Ze woont zelf naast een verpleegtehuis hier in het dorp en zou zo graag willen dat hij daar kwam wonen. Maar ja, ze kreeg het gewoon niet geregeld, ze wist niet hoe. Tot ze een paar maanden geleden naar het Wmo-loket ging en een onbekende dame zo maar met haar een praatje maakte. 'Of ik al een casemanager had?', vroeg ze. 'Want ze kunnen niet alles oplossen, maar wel veel voor u regelen en ik denk dat dát belangrijk voor u is... En inmiddels woont hij weer naast me, weet u, en ben ik vorige week teruggegaan naar dat Wmo-loket, om haar te bedanken, mijn engel, mijn eigen kleine meisje Hoop... en ik ben niet eens gelovig.'

Ontroerd kijken Anne en ik kijken elkaar aan en we weten het zeker. Dit was de eerste maar zeker niet laatste keer!