zondag 19 augustus 2018

iets unieks

Ik bel aan en moet behoorlijk lang wachten. Zelfs zo lang, dat ik me een moment afvraag of de afspraak wellicht vergeten is. Terwijl ik wacht, check ik nog even snel mijn telefoon. Tja, het staat er echt: '15.00 uur, kennismaken fam. M. - maatjesproject dementie'. Nu zegt dat niet alles, want het gebeurt mij ook nog wel eens dat ik me vergis in de datum of de tijd. Net als ik besluit even ongegeneerd door de voorruit te gaan gluren, hoor ik een sleutel omdraaien. Als ik me omdraai zie ik een buitengewoon vriendelijk gezicht en word ik hartelijk ontvangen.

'Kom binnen, kom binnen. Excuus dat het even duurde, maar we zitten buiten. Wil je buiten of binnen zitten, zeg het maar...'. Binnen staat een knusse ronde eettafel met 4 comfortabel uitziende stoelen, zo ook buiten. Vanuit mijn ooghoeken zie ik een kleine schaduw snel heen en weer bewegen. Ik vermoed mevrouw M. en ik zeg dat buiten prima is, het weer is tenslotte nog heerlijk.

Als ik de tuin in stap, word ik met een nieuwsgierige, schalkse blik van top tot teen bekeken en enthousiast begroet door een kleine, goed uitziende - zo later blijkt - sportieve dame van bijna 81! Ze wordt nog enthousiaster als ze hoort hoe ik heet; we blijken bijna naamgenoten... 'Nou dat vergeet ik niet hoor, kom maar gauw zitten'. Op de vraag van meneer wat ik wil drinken, antwoordt mevrouw lachend: 'Doe maar eenne...' terwijl ze met haar rechterhand het bekende drinkgebaar maakt. Hij lacht en kijkt haar liefdevol aan. 'Nog een beetje te vroeg schat, dat doen we later' en aait zachtjes haar wang. 'Owh, jammer', zegt ze en lacht weer naar mij. 'Wat drink jij dan?' Ik zeg dat een glas water prima is en meneer verdwijnt richting keuken. Ondertussen blijft mevrouw mij vriendelijk en onderzoekend aankijken en vraagt wat ik kom doen. Ik vertel wie ik ben, wat ik doe en wat ik specifiek vandaag kom doen, en wordt even later attent bijgestaan door haar man. Hij vertelt wat ze zoal doet gedurende week en dat ze bijvoorbeeld nog rustig 40 km wegtrapt op hun nieuwe elektrisch fietsen. Maar ook dat ze, als ze dan thuis zijn, na een uurtje of zo, zo weer op de fiets wil; 'een bezig bijtje... hé lief?' Ze knikt instemmend en kijkt trots naar mij. 'En aangezien ik niet altijd met je mee kan, zoeken we een vrijwilliger die zo af en toe ook iets leuks met je kan doen. Misschien wel jeu de boules op maandagavond, want alleen lukt dat niet meer zo goed en kan ik naar de bridge... .' Ze praat verder, waar hij gebleven is. Het gesprek verloopt vlotjes. Af en toe kijkt ze me vragend aan en moet ik herhalen wat ik gezegd heb, of herhaalt zij wat ik zeg en wisselt ze bijna stiekem een blik met haar man. Alsof ze stilletjes bevestigt dat het goed gaat zo. Al snel begrijp ik dat ik niet op zoek hoef naar een vrijwilliger die van handwerken of spelletjes doen houdt. Mevrouw wil bewegen; '... moet wel een beetje actief type zijn hoor, want ik fiets, tennis... en weer volgt de opsomming wat ze nog graag doet.

In mijn hoofd laat ik intussen een aantal vrijwilligers passeren uit ons bestand. We hebben er zeker een aantal die van fietsen houdt en juist niet van autorijden. Toch heb ik het gevoel dat ik nog iets specifieks mis om de juiste match te maken straks. Dat blijft uiteraard altijd een uitdaging, zeker omdat ook deze familie voorkeuren heeft voor dagen en tijd. De liefde tussen deze twee is onmiskenbaar, maar ik hoor en zie ook hoe dichtbij de grens van overbelast raken is. En dus heb ik nog een laatste vraag: 'Is er nog iets, mevrouw M. wat ik absoluut moet weten van u? Weer zie ik die liefvolle blik naar elkaar, als zij antwoordt: 'Nou, ik hou dus van fietsen en jeu de boules, lekker actief zijn, maar ik vind het ook heel fijn om herinneringen op te halen aan Indonesië. Daar ben ik geboren hè en heb ik 18 jaar gewoond...' 

Bingo! Denk ik. Dat is wat ik nodig heb. Iedereen heeft namelijk iets unieks, wat soms zo prachtig overeenkomt met dat unieke van een ander, een vrijwilliger van de Larikslaan2...Voor ik het weet zijn we zo een half uur verder en krijg ik van beiden in geuren en kleuren mooie verhalen over ooit en over de Masooh Sadja, inclusief folder met het programma van 2018. Altijd handig misschien. Als ik even later afscheid neem, wil ze geen hand. Meneer M. lacht: 'ze loopt graag een stukje mee', terwijl ik een arm in de mijne voel haken en mevrouw M. vraagt hoe ik ook alweer heet. Als ik mijn naam zeg, straalt ze: 'Owh wat leuk, dat is makkelijk, dat vergeet ik niet hoor, dat is mijn roepnaam.' en even later zwaait ze me enthousiast uit alsof ze een van haar eigen kinderen staat uit te zwaaien, net zo lang tot mijn auto de straat uit is en ik haar niet meer in mijn achteruitkijkspiegel zie.

En nu maar duimen dat ook de rest enigszins overeenkomt met de mogelijkheden van de vrijwilliger die ik in mijn hoofd heb...

vrijdag 17 augustus 2018

Alles stroomt...


Panta Rhei... alles stroomt

De beeldspraak van Heraclitus over dat in de rivier continu nieuw water toestroomt, maar toch blijft de rivier dezelfde. En dat hiermee de eeuwige maar constante verandering wordt geïllustreerd; verandering, het enige constante... 

dus schreef ik dit keer niet
op die dag zeven
want stromen deed er veel
van kabbelend riviertje
af en toe een stroomversnelling
tot aan soms een woeste waterval

verandering, onmiskenbaar
 ons dagelijks leven
altijd dat besef
de bange gezichten
het lange wachten destijds
hoe anders nu
dan wat ze ooit bedachten
dacht echt niemand
 laat staan aan later

en dus schrijf ik vandaag
de dag van thuiskomst
negen jaar geleden
omdat alles stroomt
zoals het gaat
staan we nu hier
op weg naar daar 
nog altijd
een heel groot wonder

zondag 5 augustus 2018

een druppel

Het duurt heel even voordat er open wordt gedaan, nadat ik op de bel druk. In de deuropening verschijnt een kleine man, die er -mede door zijn iets gebogen houding en net te grote broek met vlekken- bijna aandoenlijk uitziet. Onder een in de war zittende, grijze haardos, staren twee donkere ogen ons enigszins argwanend aan. 'Dag meneer D. Wij zijn van de Larikslaan2...'. Ik noem onze namen en zeg wat we komen doen; kennismaken in verband met een aanvraag voor een vrijwilliger, het maatjesproject dementie. Overigens zeg ik dat laatste er niet altijd bij, omdat dat nog wel eens slecht kan vallen. Zijn verzoek kregen we binnen via onze consulent dementie, en later via een opgestuurd aanvraagformulier, door hemzelf ingevuld. 

De donkere ogen worden iets lichter en hij schudt ons de handen. 'O ja, ja sorry hoor, ik wist het wel. Het lukt me de laatste tijd alleen niet meer zo goed, naja, ik wist het hoor. Ik was alleen nog even naar de bakker geweest en kwam er daar achter - komt u binnen, komt u binnen, u komt voor de tuin hè? Ja, daar moeten we echt even kijken hoor. Het is een puinhoop. Alleen, weet u, het lukt me gewoon niet meer. En ik kwam er dus daar achter dat ik mijn portemonnee was vergeten, en moest dus weer helemaal terug fietsen, en ben dus net thuis... komt u verder, wilt u koffie, thee, water...waar wilt u zitten...?' 


F., coördinator van de vrijwilligers, en ik, vrijwilliger coördinator van het maatjesproject, zijn dit keer samen op intake. De aanvraag was zo specifiek, én meneer was dusdanig vasthoudend tot aan bijna dwingend, dat dát ons wel een goed idee leek. 
Meneer D. drentelt intussen van de voor- naar de achterkamer, naar de keuken en lijkt op zoek naar iets. Even later overhandigt hij mij een papier. Het blijkt een aanvraagformulier, nogmaals ingevuld; hij was er niet zeker van of we het al hadden.

Hoe bijzonder blijft het om zo maar iemands leven binnen te stappen. Een leven, een gezin, dat door een diagnose als dementie, volledig op z'n kop staat. Als snel blijkt ook dat er veel meer aan de hand is. Ik vind de ogen van F. en in die ene seconde realiseren we ons dat onze beslissing samen te gaan, de juiste was. Zo had mevrouw D. telefonisch al laten weten zich er niet mee te willen bemoeien; de aanvraag voor een maatje was 'zijn pakkie-an'. De spanning was dan ook goed te voelen toen ik na een minuut of tien iemand op de trap hoorde en even later met gebogen hoofd, een snelle blik onze kant op, via keuken naar buiten zag glippen. Ik hoopte een moment dat haar nieuwsgierigheid het toch had gewonnen. 

Meneer D. ging intussen al pratend op zoek naar onderzetters waar hij de koffie en het water op kon zetten. Eerst de onderzetters, dan de rest...één ding te gelijk. 'Ja, sorry hoor. Het gaat allemaal niet zo goed meer de laatste tijd. Weet u hoe dat is? Als het niet meer gaat? Vroeger ging het namelijk allemaal nog wel. Weet u hoe dat voelt? Als je naar de tandarts fietst en je aan een wildvreemde moet vragen waar je bent, omdat je verdwaald bent? En ik kon het altijd gewoon vinden hoor, deed het altijd alleen...' 
Hij stopt even, koffie in de hand, bromt wat, terwijl hij met een boze blik lijkt te zoeken naar waar hij de onderzetters had gelaten. Mevrouw D. komt weer binnen en ik sta om haar de hand te schudden. F. doet hetzelfde, waarna ze gelukkig gaat zitten in een stoel, schuin achter haar man. Aan de muur hangt een foto van iets bekends uit de regio; onmiskenbaar zelf gemaakt. Op mijn vraag of de foto 'eigen werk' is, straalt ze; het was haar hobby. De foto is al oud, verkleurd, ze heeft er nu geen tijd meer voor helaas... er valt een stilte. We raken verder in gesprek met beiden, waarin steeds duidelijker wordt dat meneer een andere verwachting heeft van ons maatjesproject dan het daadwerkelijk inhoud. Verdrietig en bozig laat hij ons zijn tuin zien. Hij kan het echt niet meer, zegt hij. 'Er moet echt een sterk iemand komen om die tegels op te tillen, dat onkruid daaronder daar ja, dat moet weg...' 

Eenmaal weer binnen en zoveel mogelijk inzoomend op wat goed gaat, plezier geeft en vooral ook erkenning gevend aan het verdriet van beiden, verdwijnt voorzichtig zijn boosheid en haar houding 'ik bemoei me er niet mee'. Als de zorgboerderij ter sprake komt, waar hij inmiddels drie dagen in de week naar toe gaat, komen de verhalen los over de dingen die hij doet, de dieren die hij helpt verzorgen. Ze kijken elkaar aan en zijn vrouw zegt met een kleine glimlach: 'laat die foto even zien dan.' Ik zie een twinkeling in zijn ogen als hij opstaat. De foto, die hij rap boven water tovert, verklaart alles, en ook zij lacht breed als hij hem trots aan ons laat zien; hij, voor een hek, met zijn hand op de kop van een van de lama's.
 


Voor w
e afscheid nemen, herhalen zowel F. als ik voor de zekerheid nog een keer wat we hebben afgesproken. Fijn om het zo samen te doen! We realiseren ons echter ook dat wat wij doen, een maatje zoeken voor een uurtje of twee per week, soms een wereld van verschil kan maken, voor zowel de hulpvrager als de mantelzorger. Echter soms, zoals nu, is het helaas ook niet meer dan die druppel op een gloeiende plaat; we lossen namelijk zijn probleem niet op. En dus gaan zij zelf in hun eigen netwerk, buren, familie, kerk, op zoek naar hulp bij het groot onderhoud van de tuin. Als dat geregeld is, zetten wij de vraag uit voor een vrijwilliger met groene vingers, om zo af en toe 'samen iets in de tuin te doen'. 'Want', zo zegt hij bijna strijdbaar: 'ja, sorry hoor, jullie moeten echt niet denken dat ik op zoek ben naar iemand die pannenkoeken met me gaat bakken...'