zondag 27 september 2015

Mijn vriendin

'Ik moet wel iets heel ergs hebben gedaan in mijn vorige leven Heleen.' Als ik vraag hoezo, zegt ze: 'nou ja, anders krijg je dit toch niet. Dit gun je niemand.'

Mijn lieve vriendin -ruim dertig jaar- die na een lange zoektocht, vorig jaar eindelijk hoorde wat de oorzaak was waardoor het haar niet meer lukte haar bed op te maken…

Zij voelt het dagelijks. Ik zie het wekelijks, dat ze niet meer is wie ze was. Ze neemt voortdurend afscheid van de dingen die nog niet zo lang geleden vanzelfsprekend waren; afrekenen in de supermarkt, (zichzelf) wassen, vuilcontainer buiten zetten.

Ze zoekt bevestiging, zegt ze. Wil toetsen of het klopt wat ze voelt. ‘Jullie denken misschien van niet, maar ik weet donders goed dat ik achteruit ga, en snel ook. Ik ben niet gek!’

Nee, gek is ze zeker niet, integendeel.

Iedere woensdag als ik bij haar binnenloop, stap ik haar wereld in; niet eng of bedreigend, zoals sommigen helaas vinden, maar juist wonderlijk en puur. 
We genieten van samen afwassen; de afwasmachine bedienen lukt ook al even niet meer. Dansend op ‘your simply the best’ van Tina Turner, maken we een ooit vervelende klusje tot een klein feestje.

Ook wandelen we vaak, neem ik haar mee naar de omgeving waar ze zestig jaar geleden geboren is. Iedere paddenstoel, gekleurd herfstblad, grazende koe lijkt ze naar binnen te slurpen, alsof het levenselixer is.
Pauzerend op een bankje, met dampende thee en een krentenbol, bespied ik haar ongemerkt. Ik corrigeer zachtjes haar hand, zodat de thee in het kopje blijft; ze merkt het niet, volgt met een glimlach een roodbosje op een tak...

Mooie momenten, die ik met haar beleef en die niemand me afneemt; kostbaar en waardevol.


Thuisgekomen vraag ik of ze even wil liggen, maar ze antwoord dat ze helemaal niet moe is. In de keuken maak ik haar favoriete koffie en als ik een ogenblik later met twee dampende mokken richting woonkamer loop, is het stil geworden…


Aan de eettafel schrijf ik stilletjes mijn briefje voor in de zorgmap.


En nee, ik ben geen ‘alzheimerfluisteraar’, zoals Adelheid Roosen. Ook ben ik geen Hugo Borst, met iedere week een ontroerende column over zijn moeder. Ik ben gewoon een vriendin van mijn vriendin met alzheimer. En ja, ik schrijf af en toe. Misschien wel om mijn eigen geest zo nu en dan te ordenen, omdat dat mij nog wel lukt…

zondag 20 september 2015

Op zoek naar


Ach ja, eigenlijk ben ik altijd wel op zoek naar iets. Soms zoek ik antwoorden, die ik de ene keer wel maar de andere keer ook niet krijg. Gezelligheid, die meestal wel voor handen is, net als gisterenavond; weer ouderwets leuk en inderdaad veel te kort, zoals we allemaal vaststelden. Ontspanning ook of mijn sleutels (meer dan eens), mezelf... ach, soms zoek ik misschien wel gewoon te veel om op te noemen.

Maar, nog net geen herfst en dus geen mooiere (zondag)ochtend om vandaag maar eens op zoek te gaan naar die herfst, en die benoem ik dan wel weer graag.

Tja, ik kan je eigenlijk wel zeggen dat dat is gelukt. Maar oordeel gerust zelf, de foto's van onze vroege ochtendwandeling spreken voor zich...

Wat is het toch heerlijk om 's ochtends in alle vroegte je wandelschoenen onder te binden en erop uit te trekken met je rugzakje, gevuld met warme thee en lekker broodjes.



Ik had me in ieder geval geen beter begin van de dag kunnen wensen. Dat de rest van de dag dan toch weer net iets anders verloopt en eindigt, doet dan eigenlijk niet meer ter zake; het leven gaat nu eenmaal gewoon haar eigen gang, neemt je soms in de maling en is nu eenmaal op momenten gewoon ook echt niet eerlijk; zondag of geen zondag, herfst of geen herfst...

Ik (en ook mijn lief) hebben in ieder geval genoten van de start. De een na de andere paddestoel kwamen we tegen op ons pad. En zelfs een uitgebreid onderonsje met een groepje koeien had iets unieks.

Afijn, laat ik er verder maar geen woorden meer aan verspillen, ik zoek gewoon nog even door naar 'de rest' en meld me wel weer als ik hier en daar iets vind, oké.

 
 

 



zondag 13 september 2015

Gedoe

Kletsende, brullende en pratende mensen die, zonder dat ze echt wat zeggen, alle stiltes opvullen.

Ze waren er deze week, meer dan eens. En misschien zijn ze er altijd wel. Vielen ze alleen deze week meer op, of zo.

 
Ik zou bijna kunnen zeggen: 'het was zo'n week'.
 

Ik snap het ook gewoon soms niet. Had ik dat al wel eens gezegd trouwens? Dat ik simpelweg heel veel dingen gewoon niet snap soms; de mensen om me heen, de wereld om me heen, waarschijnlijk ook mezelf, maar hé, die snap ik dan weer wel, en daar kan ik tenslotte zelf weer iets aan doen!
 
Ach, het kan daarentegen ook gewoon aan de afgelopen week hebben gelegen; gevalletje gebrek aan weerstand en hoofd vol met snot (excuus, maar daar bestaat nu eenmaal geen prachtig synoniem voor). Naja, ik zal niet in verdere details treden.
 
Het komt er eigenlijk in de meest brede zin op neer dat ik bij tijd en wijle gewoonweg echt niet begrijp waarom mensen soms de dingen doen die ze doen, maar ook de dingen die ze niet doen, want dan doen ze toch ook iets.

Ik hoef ook niet alles te snappen, dat weet ik, maar ik kan er zo nu en dan met mijn hoofd gewoon echt niet bij, want soms wil het gewoon zo graag snappen. Ik probeer het dan ook echt te begrijpen, te bevatten, te plaatsen, op een juiste manier te interpreteren, te verstaan, te voelen en te volgen. Maar ja, tja, dat hoofd van mij hè, dat weet wat.

Al brainstormend in mijn eentje kom ik toch vaak een heel eind. Soms verder dan ik me had voorgenomen en voor ik het dan zelf in de gaten heb, ben ik ergens beland waar ik eigenlijk helemaal niet wil zijn, of stiekem misschien toch wel moet zijn.

Zo zou ik me nu dan ook levendig kunnen voorstellen dat je mogelijkerwijs denkt, maar hier snap ik helemaal niets meer van... dat snap ik dan in ieder geval ook.



maandag 7 september 2015

Toen niemand iets te doen had...

September, nazomeren, begin van de herfst... en dan kom ik ineens dit tegen, op zoek naar de juiste woorden voor de juiste zinnen die uitleggen en omschrijven wat er is, of juist niet... 

Toon Tellegen
Toen niemand iets te doen had
(fragment)


Op een dag lag de eekhoorn aan de rand van het bos naar de lucht te kijken toen een woord hem ontschoot. ‘Ach!’ riep hij, zonder dat iemand hem hoorde, want hij was daar helemaal alleen. Welk woord is het nou ook maar weer, dacht hij. Appel, gras, schors, krabben, dik... Hij kon zich het woord niet meer herinneren. Het was en bleef weg.

Toen even later de zwaluw langskwam vertelde de eekhoorn wat hem overkomen was. 
‘O’, zei de zwaluw, ‘dat gebeurt mij zo vaak. Ik ben vanochtend nog het woord ik vergeten. En gisteren ontschoot mij zomaar mijn naam.’
‘Zwaluw’, zei de eekhoorn.
‘Ja, dat weet ik nu ook wel weer’, zei de zwaluw. ‘Maar vind je dat niet vreemd?’
De eekhoorn knikte. Hij vond dat heel vreemd.
‘Ik ook’, zei de zwaluw. ‘En nu we het er toch over hebben: nou ontschiet mij toch weer een woord... hè... wat vervelend toch...’

Hij fladderde onrustig heen en weer. De eekhoorn keek hem verbaasd aan.
‘Dit hier...’, zei de zwaluw en hij wees naar alle kanten.
‘De lucht?’ vroeg de eekhoorn.
De zwaluw sloeg zijn vleugels om de eekhoorn heen.
‘Dank je wel, dank je wel!’ jubelde hij.

De eekhoorn maakte zich met moeite uit de vleugels los.
‘Pas ben ik nog iets voorgoed vergeten’, zei de zwaluw, plotseling weer ernstig.
‘Wat dan?’ vroeg de eekhoorn.
‘Ja... als ik dàt zou weten...’
‘Maar hoe weet je dat het voorgoed is?’ vroeg de eekhoorn. 
‘Omdat ik overal heb gezocht’, zei de zwaluw. ‘Ik heb niets overgeslagen. Hij zweeg even en zei toen: ‘Maar ik vind het nu niet erg meer.’

De eekhoorn vroeg zich af of hij ooit iets voorgoed had vergeten. Maar hij kreeg het gevoel dat die vraag iets deed kraken in zijn hoofd en hij dacht vlug aan iets anders.

‘Ik ga maar weer’, zei de zwaluw.
‘Ja’, zei de eekhoorn.

De zwaluw steeg op en vloog langzaam weg. Na een paar vleugelslagen draaide hij zich om en riep: ‘Waar vlieg ik eigenlijk heen?’
‘Naar de verte!’ riep de eekhoorn.
‘O dank je wel’, riep de zwaluw, ‘dank je wel!’

De zwaluw werd snel kleiner, terwijl de verte zich oneindig ver uitstrekte en glinsterde en hier en daar ook trilde en onbereikbaar leek. 
Dàt woord zal ik nooit vergeten, dacht de eekhoorn. De verte.