woensdag 21 november 2018

Bruggetjes; cadeautjes soms

Het duurt even voordat ik gerommel in het slot hoor. Even later zwiept de brede deur met een grote zwaai open. In de deuropening staat een kleine, fragiele dame. 'Zo', klinkt het krachtig. 'Ben jij toevallig mijn bezoek van deze middag?' Zo klein als ze is, zo stevig zijn haar woorden. Ik steek glimlachend mijn hand uit en stel me voor. Ze schiet in de lach als ze mijn naam hoort (en ik even later ook) wanneer ze zegt: 'O ja, die mooie naam. Iets met katoen...plukker of zo, met linnen... maar dan net even anders'. 

Toen ik haar twee weken geleden belde om een afspraak te maken, wilde ze heel graag mijn naam opschrijven, anders zou ze het vergeten, zei ze. Ook haar gaf ik mijn bekende ezelsbruggetje: 'Denk maar aan 'de katoenplukker'', zei ik, 'versus 'de linne(n)weever''. Ze vond hem toen al subliem. Meestal werkt het, en dit keer dus ook; het ijs was dan ook snel gebroken. Toen ik ook nog vertelde dat de naam uit Den Haag komt, was dat weer een mooie brug naar Scheveningen, waar haar roots liggen. Er volgde als vanzelf een mooie herinnering, hoezeer ze het miste ook, dat duinpad, met al die schelpen. Alleen, dan was je er nog niet, je moest nog even doorlopen, om dan ineens... 'dat heerlijke geluid hè, die branding...' Het gemis was even niet alleen zichtbaar, maar ook voelbaar in de ruimte.

Het uur vliegt om, wordt vijf kwartier, waarin ik een grand tour krijg door haar huis: 'Je moet echt even boven kijken, want mensen vragen me altijd of ik alleen in dat mooie, grote bed slaap. Ja, jammer eigenlijk hè...' Haar schaterlach weerkaatst in de ruime slaapkamer. Weer beneden vertelt ze eerlijk dat ze nog steeds auto rijdt. Maar ook dat ze bang is. Bang soms om zoveel alleen te zijn, de dagen duren lang. Ze weet dat ze steeds meer inlevert, want ze voelt -'dat zeggen mijn dochters ook'- dat ook dat binnenkort stopt: 'En hoe kom ik dán in Purmerend?' Ze realiseert zich goed dat ze achteruit gaat: 'Tja, ik word gewoon dement joh, sorry.' 

Haar ogen beginnen te stralen als ze vertelt over haar kinderen, de kleinkinderen, haar moeder, haar broertje, die in het kamp heeft gezeten; ze hadden het lang niet makkelijk vroeger. Toch voelt ze zich rijk, heeft een mooi leven gehad: 'En zo wil ik het graag nog even houden hoor. Dus, nee, ik ga niet meer naar die 'tuttenclub' waar ik met niemand een goed gesprek kan voeren. Wat denken ze wel, ik wil een beetje aansluiting.' Mijn bruggetje naar de 'Kennisclub', waarvan ik weet dat de casemanager daar mee bezig is. En ik vertel haar over het ontmoetingscentrum, waar activiteiten zijn voor hoogopgeleiden of mensen met een brede interesse; er volgen nog meer mooie herinneringen van eerste en tweede liefdes en de universiteit waar ze gewerkt heeft. Ineens zegt ze: 'Dit wat jij nu doet, is trouwens ook best leuk werk hè?' En zo krijg ik wederom een cadeautje; een prachtige brug om het maatjesproject verder uit te leggen. Ik vertel haar wat we precies doen, dat ik zelf dus ook vrijwilliger ben, en dat ik zo snel mogelijk op zoek ga naar een vrijwilliger die goed bij haar past. Uiteraard op basis van wat ze mij zojuist allemaal vertelde. Met een guitige blik zegt ze: 'Owh, maar jij mag ook best blijven komen hoor'. 'Met jou krijg ik geen ruzie, jij bent namelijk gewoon beschaafd ook, en met jou kan ik tenminste een normaal gesprek voeren...' 

Jongens, wat houd ik toch van dit vrijwilligerswerk! Hoe mooi is het dat ik iedere keer zo maar weer even een moment wordt binnengelaten in iemands leven, en vandaag zelfs twee keer. En natuurlijk, met de ultieme hoop dat je daarmee ook daadwerkelijk iets van betekenis kunt zijn in dat leven; weer genoeg (vrijwilligers)werk aan de winkel dus! 

zondag 18 november 2018

Zo ineens

Ineens ben ik er weer, daar waar ik al even niet meer was geweest, terwijl mijn handen blijven rusten op een artikel in de Margriet van vorige week. In een split second, heel even negen jaar terug in de tijd. Fragmenten nog altijd even scherp, al kan ik er intussen met een zachtere blik naar kijken.

Die ene vrijdagavond, de zevende augustus. De geluiden, de beelden, de details! De kat die naar boven vliegt, terwijl de kattenbrokken in het rond vliegen; in mijn run om de voordeur open te zetten voor de hulpverleners, schopte ik per ongeluk zijn etensbakje om. De stem door de telefoon, die me dringend gebied hem op speaker te zetten: 'Kun je reanimeren? Dan nu, ik tel mee...'; het tellen hoorde ik niet, wel in mijn hoofd het deuntje 'staying a life' van de Bee Gees, blijven hangen van een BHV-training uit een ver verleden. Ineens het huis vol, kordate stemmen achter me: 'Stop maar, stop maar, we zijn er, we nemen het van je over
'; gebiologeerd bleef ik op een afstandje naar ze kijken. 

Mijn gedachten, als één van de politiemannen hoorbaar geëmotioneerd zegt: 'kijk maar niet hoor mevrouw, het is namelijk niet zo'n fijn gezicht'. En ik dacht alleen maar, ach, je moest eens weten; het beeld voorgoed op mijn netvlies gebrand. De sigaret die ik buiten in één beweging aansteek en vol afschuw gelijk ook weer uitmaak, ik lijk wel gek. De buurman aan wie ik mijn sleutel en telefoonnummer geef, voor het geval dat, en of hij straks even naar de kat wil kijken misschien; we woonden er net vier maanden... 

De rit met zijn collega naar het eerste ziekenhuis. Dat moment als we de rotonde opdraaien en horen dat er thuis eindelijk weer hartritme is. De ontelbare bekertjes zwarte koffie en sigaretten, buiten op het bankje bij het ziekenhuis, wachtend op nieuws; het was dan ook een zwoele zomeravond. De waarschijnlijk moeilijkste telefoongesprekken van mijn leven. Die nooit verwachte, pijnlijke reactie, maar gelukkig ook heel veel bemoedigende. Het gespannen maar ook opgeluchte gezicht van de dienstdoende cardioloog die naar buiten komt lopen en zegt: 'Hij is er weer, maar hij is er nog lang niet...' De dagen op de IC, de bikkelharde woorden van de intensivist: 'We weten niet of en hoe hij wakker wordt'; ze gaven hem nog geen vijf cent, zo hoorden we heel veel later. Zijn constante gevecht tegen de beademingstube, het koelen, de koortsaanvallen, de longontsteking, de slapeloze nachten, de onzekerheid, de vragen, herkent hij me wel als hij wakker wordt; we kenden elkaar amper twee jaar... 

En toch hè, ik heb nooit één moment getwijfeld, aan de liefde van mijn leven. Kan ik nog zoveel meer vertellen, al die kleinigheden, bijzonderheden, ja zelfs misschien wel onbenulligheden; vergeten doe ik ze namelijk nooit. Ons verhaal, geen dag meer onbevangen. Daarentegen zoveel meer intenser dan ooit. Zo fietsen we pas nog 31 kilometer, ergens in ons mooie land. Picknickten we op een bankje in de zon, klonken we op onze trouwdag -alweer negen jaar- en dacht ik met een grote glimlach aan de mooie tekst die hij destijds voor me schreef: 



zondag 4 november 2018

Klaar mee

Wat een week. Zo eentje die ik blijkbaar eens in de zoveel tijd moet meemaken; het was dan ook al weer even geleden. Ik was er vrijdag dan ook wel een beetje klaar mee. Gisterenochtend toen ik wakker werd eigenlijk ook nog wel. Zo bedacht ik me dat ik best in mijn bed kon blijven liggen, gewoon de hele dag, of zo. Maar ja, toen ik daar -liggend in dat bed- weer wat verder over nadacht, vond ik dat vervolgens net even te veel verspilling van een mooie dag. Ik was tenslotte klaar met de week, niet met de nieuwe dag. Een nieuwe dag brengt immers weer nieuwe ronden, nieuwe kansen nietwaar. De afgelopen week, met al haar dingen(tjes) -in mijn wereld ondenkbaar-, liet ik dus los. Of misschien moet ik zeggen, wel denkbaar, maar het gebeurt gewoonweg niet. Ik zou het bijvoorbeeld niet in mijn hoofd halen. Maar ja, tja, wie ben ik hè.

Dus, klaar mee. Af laten glijden en geconcentreerd blijven op wat er wel goed gaat, of in ieder geval gaat binnen de voor mij belangrijke (werk)waarden. Een daarvan is rechtvaardigheid, maar ook samenwerking, deskundigheid, zorgvuldigheid en respect zijn er zo maar een paar die er voor mij behoorlijk toe doen in het leven. Daar past voor mij dan ook niet bij dat je iemand voor het blok zet, je collega's laat barsten... omdat het nu zo uitkomt. Tja, en als je dan over een van die grenzen gaat, dan kan ik inderdaad nog wel eens wat energie in een conversatie leggen, zoals mijn lief het gisteren zo prachtig verwoordde. Ach ja, 'Het is wat het is', zei ik vervolgens tegen het uitzendbureau, die deze wijze van 'opzeggen' blijkbaar prima vindt kunnen tegenwoordig, terwijl je nog een contract tot eind december hebt met elkaar. Kortom, ik kon het even niet nalaten te vragen aan de dame in kwestie hoe het zou zijn als de zaken omgedraaid waren. Ik met een telefoontje had laten weten dat de volgende dag de laatste werkdag zou zijn van hun kandidaat, omdat dat ons nu het beste uitkomt? Het antwoord moest ze schuldig blijven, de dame vond namelijk dat er mij niet viel te praten; er zat wellicht net iets teveel energie in mijn vraag...


Afijn, klaar mee dus. Laten we het vooral hebben over het weekend, twee meest mooie herfstdagen. Niet in bed blijven liggen dus, maar gewoon even bij de buurvrouw op de koffie; ik had nog wat servies van haar en hoorde toevallig dat ze stond te praten met iemand, die ik eigenlijk ook heel graag wilde spreken, maar nog steeds niet had durven aanspreken (excuus voor de wat lange zin). Even later zaten we dus gezellig, schoof buurman aan met kleinzoon en was het gewoon even best heel knus. Zo spraken we onder andere af dat ik woensdag zorg voor zelfgemaakte pompoensoep en nog geen drie uur later waren onze slaapkamerramen weer blinkend, het houtwerk ontdaan van alle spinnenpoep van de afgelopen periode en worden binnenkort ook de dakkapelletjes gedaan, hoe gaaf is dat. Zo zie je maar weer, er is altijd wel een reden je bed uit te komen!

Dat is facebook voor mij overigens niet. En dus loop ik al een tijdje rond met de gedachte daar binnenkort mee te stoppen; ik ben er wel een beetje klaar mee en al helemaal als er weer een vaag verzoekje binnenkomt van ene Piet-die-weet-ik-veel-wie-hij-is-en-waar-hij-mij-van-denkt-te-kennen... Ik wil mijn tijd graag aan andere dingen besteden. Toch realiseer ik me natuurlijk terdege dat een aantal van jullie via deze weg mijn verhalen leest. Ik vind 1 januari 2019 dan ook een mooi ijkpunt, het jaar rond. Daarbij geeft het iedereen die wil blijven lezen (wat ik uiteraard heel erg leuk vind) de tijd om op 'volgen' te klikken op mijn blogpagina. Je krijgt dan vanzelf een melding in je mailbox als ik weer eens wat (on)zinnigs aan 'het papier' toevertrouwd heb. Mijn verhalen deel ik eveneens via twitter en ik gebruik dit jaar Instagram om iedere dag een foto te uploaden van iets dat ik mooi en de moeite waard vind om te delen met de wereld.


Een paar dagen geleden was dat een upload van een intiem concert van Beth Hart in Tivolli, met de toepasselijke titel: 'Mama this one's for you'. Het was maandag 29 oktober, de geboortedag van mijn moeder *knipoog*…